Emoties geven kleur aan het leven, maar kinderen kunnen er niet vanzelf goed mee omgaan. In sport hebben kinderen andere emoties dan thuis of op school en die emoties zijn in sport vaak sterker. Ouders kunnen hun kinderen leren om ermee om te gaan, maar ze kunnen ook verkeerd reageren op emoties en zo afstand creëren tussen zichzelf en hun kind.
Wat gaat mis?
Het is niet makkelijk om altijd goed om te gaan met de emoties van kinderen of andere volwassenen. Vooral sterke emoties, zoals kwaadheid en verdriet vinden mensen lastig. Toch is daar veel te winnen. Als je er goed op reageert groeit er een band en kom je nader tot elkaar. Als je er niet goed mee omgaat, ontstaat er verwijdering en weerstand. Regelmatig keren kinderen zich af van hun ouders als die verkeerd omgaan met hun gevoelens. De volgende voorbeelden zijn bedoeld om voelbaar te maken hoe het is als iemand voorbij gaat aan jouw beleving. Stel je eens voor hoe je dit zou vinden: je hebt een goede voetbalwedstrijd gespeeld en jullie hebben met 3-2 gewonnen. Als je trots van het veld komt zegt je partner: ‘Gefeliciteerd! Maar je had je verder moeten laten terugzakken, nu had je steeds ruimte achter je.’
Een ander voorbeeld: je krijgt ten onrechte een straf van de scheidsrechter. Achteraf zegt je partner: ‘Dat heb je wel eens. Misschien was die straf ook wel terecht.’
Soms hebben ouders het idee dat ze de gevoelens van kinderen niet serieus hoeven te nemen, omdat het kinderen zijn. Maar die gedachte klopt niet. Als je de wereld door de ogen van je kind bekijkt, zijn de meeste emoties wel degelijk terecht. Bijvoorbeeld als je kind bang is voor een namaak-haai. Jij weet dat die niet echt is, maar als je het gevoel van je kind serieus neemt en daarnaar handelt, doet dat wonderen voor de relatie. Je laat dan zien dat zijn gevoelens belangrijk voor je zijn.
Wat maakt het lastig?
Veel ouders vinden het moeilijk om gevoelens te erkennen, omdat ze denken dat ze hun kind dan gelijk geven in iets dat niet klopt, maar dat is niet zo. Bijvoorbeeld in het geval van Jesper (13) die aan wielrennen doet. Na de training is hij boos op de trainer, omdat zijn vriendje naar een speciaal groepje mag en hij niet. Zijn vader legt uit waarom Jesper niet boos moet zijn: ‘Als hij beter is dan jij, dan moet je harder trainen.’ Waarschijnlijk juist, maar nu voelt Jesper zich nog slechter. Vragen naar Jespers gevoel is beter (‘Hoe voel jij je hierdoor?’) of als het overduidelijk is: ‘Je baalt ervan dat je je maatje kwijtraakt.’
Wees niet te bang om de verkeerde emotie te benoemen. Als je belangstelling hebt voor iemands gevoel zal hij daar niet zwaar aan tillen. Jesper zegt bijvoorbeeld: ‘Ik zie hem op school, dus ik ben hem niet echt kwijt. Maar we zijn tegelijk op wielrennen gegaan en nu is hij beter dan ik. Ik heb het gevoel dat ik er nooit echt goed in ga worden.’ En opeens kom je te weten wat er écht omgaat in zijn hoofd.
Nog een voorbeeld: Ilse is zenuwachtig voor de clubkampioenschappen. Een niet-invoelende reactie is: ‘Stel je niet aan. Dit zijn wedstrijden van niks. Daar hoef je niet zenuwachtig voor te zijn.’ Wel-invoelend is: ‘Zenuwen kun je op de gekste momenten hebben. Heb je een idee waar het door komt?’
Moet je dan alle emoties van je kind serieus nemen? Jazeker, maar dat betekent niet dat je kind nooit een vervelend gevoel mag hebben. Negatieve emoties horen bij het leven en soms moet je die op de korte termijn verdragen om op de lange termijn iets te bereiken. Als je basketballende zoon geen wedstrijden meer wil spelen nadat hij smadelijk verloren heeft, ben jij degene die hem kan leren waarom hij toch opnieuw het veld op moet stappen.
Emoties geven richting aan je leven. Als je de emoties van je kind negeert, raken ze hun kompas in het leven kwijt. De kern van sport is dat je je tegen een vervelend gevoel verzet om iets te bereiken, maar dat betekent niet dat je je gevoel systematisch moet onderdrukken. Daarvan word je depressief. Als je kinderen leert hoe ze met emoties moeten omgaan worden ze emotioneel intelligent en gelukkig.
Gerald Weltevreden schreef samen met Ivo Spanjersberg en Jeroen Otten het boek: ‘Slagen: handvatten voor tennisouders’, dat wordt uitgegeven door de KNLTB. Dit is het vierde artikel in de reeks van tien artikelen speciaal voor ouders van talentvolle kinderen, geïnspireerd op dit boek.